Boekvertalers Over het vak, de vertaler, de wereld en het boek

3 oktober 2010

Vertalen op de automatische piloot?

Filed under: De verbazing,vertaalpraktijk — Tags: , — Anna van Dam @ 17.17 uur

Afgelopen weekend vroeg iemand me naar mijn vertaalactiviteiten. Even voor de duidelijkheid: ik ben geen literair vertaler, heb ook geen speciale opleiding gevolgd, maar heb tot nu toe vier astrologische boeken uit het Engels vertaald en ben druk bezig met het vijfde. Ik vertaal ongeveer een boek per jaar en doe het wat dat betreft dus kalmpjes aan. Ik houd me vooral onledig met het corrigeren en persklaarmaken van drukproeven voor een aantal uitgeverijen. Het vertalen is een welkome (en creatieve) afleiding in periodes dat ik het met die werkzaamheden wat minder druk heb.

Een paar weken geleden had ik zo’n rustige periode en stortte mij dus maar weer eens op mijn vertaalwerk. Wat me dan opvalt is dat ik het lichamelijk bijzonder vermoeiend vind om uren achtereen achter de computer door te brengen, wat ik niet zo ervaar als ik urenlang proeven op papier corrigeer (want zo krijg ik mijn opdrachten altijd aangeleverd). Daarom zou ik denk ik ook niet fulltime vertaler kunnen zijn, want hoe prachtig ik het werk op zichzelf ook vind, ik zou er beslist vierkante ogen van krijgen (en een pijnlijke schouder en kramp in mijn benen). Op zulke momenten vraag ik me weleens af: hoe pakken jullie ‘echte’ vertalers dat nou aan? Met de deadlines waar jullie rekening mee moeten houden stel ik me zo voor dat velen volledige werkdagen achter hun computer doorbrengen. Ervaren jullie al die ongemakken niet of is het zo dat in jullie beroepsgroep alleen de sterksten het volhouden? Van daaruit komt de vraag bij mij op: zijn er mensen die door fysieke klachten met hun werk gestopt zijn, of die zichzelf in balans houden met een regime van een speciaal dieet, lichaamsbeweging, massagebehandelingen of iets dergelijks?

Vertaalcomputer
Ik sprak mijn ver- respectievelijk bewondering hierover ook uit tegen de vrouw die naar mijn vertaalwerk informeerde en zij was ervan overtuigd dat ‘vertalers zo’n boek natuurlijk gewoon door de vertaalcomputer jassen en er dan nog wat aan sleutelen om er goed lopende zinnen van te maken’. Ik ben er maar niet op ingegaan; van zoveel wereldvreemdheid word ik altijd een beetje stil…

Maar het riep opnieuw een vraag op: zijn er mensen die inderdaad weleens een boek door de vertaalcomputer ‘jassen’? Zo ja, hoe gaat dat dan in zijn werk en hoeveel moet je er daarna nog aan ‘sleutelen’? Bestaan er vertaalcomputers of -programma’s die bruikbaar zijn voor literair vertalers en die ook nog tijdwinst opleveren? Ik heb me laten vertellen dat je zowel Google Translate en een vertaalhulpmiddel als WordFast kunt gebruiken, die je allebei ‘vertaalcomputers’ zou kunnen noemen, maar die totaal verschillend werken en waarvan de resultaten ook anders zijn. Ik heb er zelf geen enkele ervaring mee, maar ben wel zeer benieuwd naar de ervaringen van anderen.

Ik blijf er overigens van overtuigd dat die vertaalcomputers nergens zouden zijn zonder echte vertalers en dat het omgekeerde aanmerkelijk minder waar is.

20 Comments »

  1. Beste Anna,

    Vertaalcomputers zijn voor een leesbaar boek volstrekt waardeloos. Ze zijn voor een simpele handleiding zelfs al waardeloos. Wat wel een optie is, is het gebruik van een zogenaamd CAT-programma, Weliswaar gebruik je de belangrijkste functies daarvan (herhalende zinnen snel vertalen; die komen in een boek niet voor) dan niet, maar het biedt je wel een geweldige concordantiefunctie (hoe vertaalde ik die term nou ook alweer?) en houdt je bron- en doeltekst direct naast elkaar (zin voor zin onder elkaar), zodat je makkelijk kunt tegenlezen wanneer je dat wilt, maar de bron kunt verbergen wanneer je dat niet wilt.

    Vorig jaar heb ik in 6 maanden tijd 470.000 woorden vertaald voor de Geschiedenis van het Christendom van MacCulloch. Dat werd zeker makkelijker door het gebruik van zo’n programma!

    Reactie by Huub Stegeman — 4 oktober 2010 @ 21.34 uur

  2. Beste Huub,

    Bedankt voor je reactie. Voor mij helaas iets te technisch omdat ik een computer eigenlijk alleen als type- en zoekmachine, archief en postkantoor gebruik en programmatisch geen enkel benul heb, maar ik kan me voorstellen dat anderen er hun voordeel mee kunnen doen.

    Ik heb de dikke pil die je vertaald hebt opgezocht op internet en begrijp heel goed dat je bij zo’n omvangrijke klus wel wat externe hulp kunt gebruiken. Wat me bij al die sites waar je dit boek kunt bestellen opvalt, is dat de vertaler geen enkele keer genoemd wordt! Daar doe je het dus allemaal voor…

    Reactie by Anna van Dam — 5 oktober 2010 @ 9.35 uur

  3. Beste Anna (en Huub),

    Mijn dagelijks werk bestaat voor zo’n 98% uit schrijven, vertalen en computers en zit bijna 24/7 achter m’n pc. Daarom vind ik dit een interessante discussie. De reactie van Huub begrijp ik trouwens niet helemaal (eigenlijk helemaal niet) door het tot tweemaal toe roepen van ‘waardeloos’ en vervolgens de conclusie te trekken: ‘Dat werd zeker makkelijker door het gebruik van zo’n programma.’
    Net als met nagenoeg alle andere werzaamheden kent zeker ook het schrijven of vertalen zeer veel aspecten. Met grote regelmaat vertaal ik kleine stukjes tekst voor zowel volwassenen als kinderen. Als je dit ‘een beetje normaal’ doet, is het bijna altijd goed en prachtig. Bij een wetenschappelijk werk of zoals bij mijn laatste klus, de hele bijbel vertaald in streektaal, ligt dit allemaal toch iets gecompliceerder. Dit kan zelfs bijna niet goed! Een komma op de goede of foute plaats maakt soms een groot verschil: ‘… ze voor je laten werken net als jullie ezels.’ of ‘… ze voor je laten werken net als jullie, ezels.’ Naast taalkundige problemen speelt bij het vertalen van bijv. de bijbel het niet onbelangrijke aspect mee van de theologie, en zelfs het aspect van de cultuur waarvoor het resultaat is bedoeld.
    Het is volgens mij dan ook altijd zo dat het doel of de doelgroep grotendeels bepalend is voor de gewenste kwaliteit van een vertaald werk. Als je voor kinderen iets vertaalt over moleculen of atomen is dat niet te vergelijken met het vertalen van een wetenschappelijk werk over het gebruik van al dan niet verrijkt uranium in een kerncentrale.
    Terug naar het gebruik van een computer in een vertaalproces. Net als pen of potlood kan een vertaalprogramma een heel goed hulpmiddel zijn zolang je het maar wel als hulpmiddel blijft zien. Overschat de mogelijkheden van het ‘ding’ niet, maar onderschat die ook zeker niet. Huub noemde al de concordante consistentie van bepaalde strofen. Wat na een vertaling door de computer overblijft is meer correctiewerk dan letterlijk vertaalwerk. Maar dan nog blijft het gaan of het resultaat voldoet voor de doelgroep. Als het in een kinderboek ‘katten en honden’ regent, is dat best om te lachen en wellicht begrijpen zij het ook nog wel. In een roman past het waarschijnlijk toch beter om van die katten en honden maar pijpenstelen te maken. Voorwaar, een heel verschil, zonder dat het één of het ander goed of verkeerd hoeft te zijn. Maar op de automatische piloot? Ik kan me trouwens de omgekeerde vergelijking van Anna ook niet helemaal (meer) voorstellen: waar zou de vertaler zijn zonder computer?

    Reactie by Piet B. — 5 oktober 2010 @ 12.24 uur

  4. als ik mijn boekvertaling teruglees (nog voordat ik het instuur, in een van de checks die ik op het eind doe) dan merk ik altijd bij welke stukjes ik moe was en waar het per ongeluk een beetje op de automatische piloot ging. je moet er toch bijblijven! ik ben vertaler / schrijver / redacteur en heb dus een ‘zittend achter de computer’ beroep. hiervoor werkte ik in het onderwijs dus mijn lijf moest daar wel even aan wennen (maar gelukkig is dat met goede tips van de fysiotherapeut opgelost). Verder vind ik het allesbehalve saai! en je moet er altijd bijblijven dus op de automatische piloot dat kan niet!

    Reactie by elsbeth — 5 oktober 2010 @ 17.34 uur

  5. Met de ‘automatische piloot’ bedoelde ik eigenlijk de vertaalcomputer, en zeker niet een wegdromende vertaler! Ik kan me ook maar moeilijk voorstellen dat je tijdens het vertalen je aandacht er niet bij hebt, al herken ik wel wat je zegt over het teruglezen van je eigen vertaalde teksten. Als ik wat meer afstand tot de tekst hebt (door de tijd die verstreken is tussen vertaling en teruglezing) ontdek ik pas waar ik meer of minder op dreef was. Dan schakel ik over op mijn persklaarmaakmodus om beter lopende zinnen te maken, (nog) betere synoniemen te vinden en de consistentie in de gaten te houden. Het lukt me niet om dat tijdens het vertaalproces allemaal tegelijk voor elkaar te krijgen.

    Reactie by Anna van Dam — 6 oktober 2010 @ 8.31 uur

  6. @ Piet:
    Ik ben het absoluut niet met je eens dat een slechte vertaling (want dat is jouw voorbeeld) in een kinderboek niet zo erg is en dat de taal in romans voor volwassenen belangrijker is. ‘Wellicht begrijpen ze het ook nog wel,’ zeg je er vergoelijkend bij, alsof dat een leuk extraatje zou zijn.
    Als kinderen ergens goed Nederlands zouden moeten kunnen vinden en oppikken, dan toch zeker in kinderboeken?
    Bovendien vind ik dat kwaliteit losstaat van de doelgroep: het streven moet zijn dat alle vertaalde boeken goed Nederlands bevatten, of ze nu voor kinderen, volwassenen of wie dan ook bestemd zijn.

    Reactie by Aleid van Eekelen — 6 oktober 2010 @ 9.39 uur

  7. @zowel Anna als Piet:

    Voor de duidelijkheid wil ik herhalen dat ik een onderscheid maakte tussen vertaalcomputers en een CAT-programma.

    Een vertaalcomputer levert waardeloze resultaten, dat kunnen we zelf allemaal zien op internet wanneer er weer eens een site is ‘vertaald’.

    Vervolgens opperde ik dat er wel een ander mogelijkheid is, namelijk een zogenaamd CAT-programma. Dat vertaalt zelf NIETS. Het helpt je alleen op een ordelijke manier om te gaan met wat je zelf vertaalt. De concordantie die het je geeft is puur een snelle mogelijkheid om door je eerder vertaalde tekst te zoeken, die nog fijn zin voor zin tussen bron en doeltaal gekoppeld is. Dat laatste zorgt er dan bovendien voor dat je makkelijk kunt tegenlezen. Niet meer en niet minder, heus ‘vertaalcomputers’ zullen nooit boeken gaan vertalen!
    Gelukkig maar.

    Reactie by Huub Stegeman — 6 oktober 2010 @ 10.52 uur

  8. @Anne: ik heb een personal coach in de vorm van een hond, die mij om de drie-vier uur komt storen met een dwingende blik ten teken dat er gewandeld dient te worden en wel minimaal een halfuur. Dat voorkomt het vastgroeien op je stoel, en het zorgt ervoor dat je hoofd weer helder wordt. Ik kan het je aanraden, want met een helder hoofd en een fit lichaam kun je je veel beter concentreren, en kost het vertalen uiteindelijk minder tijd.
    @ Aleid en Piet:
    Sterker nog: ik vind dat de taal in kinderboeken zelfs nog belangrijker is dan in boeken voor volwassenen. Zij moeten de taal nog leren, fout vertaalde uitdrukkingen als “het regent katten en honden” dragen bepaald niet bij aan een goede beheersing van het Nederlands, met alle treurige gevolgen van dien.

    Reactie by Lucy Pijttersen — 6 oktober 2010 @ 11.07 uur

  9. Ik heb regelmatig zakelijke opdrachten gehad die je met één druk op de knop door een CAT-programma kunt halen. Dat verdient leuk, maar er is geen donder aan. Vertaalcomputers zijn de dood voor des vertalers intelligentie.

    Internet daarentegen vind ik een verrijking. Vertalen krijgt er meer dimensie door.

    Ik wil maar zeggen: sommige technologische innovaties kunnen we als vertalers goed gebruiken, voor andere moeten we oppassen.

    Reactie by Nicki de Kler — 7 oktober 2010 @ 10.46 uur

  10. @Nicki: Inderdaad, precies het punt dat ik wilde maken!

    Reactie by Huub Stegeman — 7 oktober 2010 @ 13.59 uur

  11. Allereerst: ik schrik een beetje van dit stuk, en in navolging van Aleid: ELK boek verdient een goede vertaling. Dat is een kwestie van simpel professioneel streven, maar ook van fatsoen; tenslotte ‘spreek’ je mensen aan (lezers) die jouw bewoordingen opnemen hetzij om overwegend te genieten (fictie), hetzij om er overwegend van te leren (non-fictie). Een vertaalmachine loslaten op fictie (of non-fictie) is hooguit aan te bevelen als experiment, in het kader van ‘zal ie zich helemaal of maar half dood lachen?’ Anne, misschien kan ik je aanraden om zelf een stukje boekentekst door een vertaalmachine (welke dan ook) te ‘jassen’, dan snap je meteen dat het geen pas heeft.

    Reactie by ine willems — 8 oktober 2010 @ 13.03 uur

  12. Sorry, AnnA bedoelde ik natuurlijk.

    De schrik voorbij: er zijn – en vast ook ergens op dit forum – onderzoeken naar de prestaties van vertaaltools gedaan, onder meer van spraakherkenningssoftware. Ik kan me voorstellen dat de traditionele vertaaltools (de vertaalmachines die vooral jargon inventariseren en herhalende zinnen snel vertalen) onbruikbaarder zijn voor een boekvertaler dan voor een vertaler van bijvoorbeeld folderteksten, en dat spraakherkenningssoftware juist wel bruikbaar is.

    Reactie by ine willems — 8 oktober 2010 @ 13.10 uur

  13. @ Aleid
    Je maakt van mijn ‘een beetje normaal’ opeens ‘slecht’. Dit lijkt me geen sterke vertaling of interpretatie van wat ik bedoelde. Een slechte vertaling kan per definitie natuurlijk al niet goed zijn. Met ‘een beetje normaal’ bedoelde ik natuurlijk ‘gewoon goed’ (maar had wellicht beter gekund). Ik geloof ook dat er in vertaalwerk kwaliteit in gradaties bestaat, zoals o.a.: slecht, goed en best. Ook zie ik kwaliteitsverschillen in lezen en schrijven tussen de verschillende leesgroepen – culturen, zo je wilt -, zelfs binnen Nederland. Daarom blijf ik nog even volhouden dat het de lezer (doelgroep, maar soms zelfs een individuele lezer) is, die uiteindelijk de kwaliteit beoordeelt. Een objectieve beoordeling bestaat m.i. niet of nauwelijks, of het zou al een democratische meerderheid van de helft plus één moet zijn.
    Het woord ‘belangrijker’ heb ik niet gebruikt en ik vergoelijk al helemaal niet. Natuurlijk moet je – vooral ook tegen kinderen – zo vroeg mogelijk correct Nederlands spreken en schrijven. Wie kan dat trouwens in een land dat nog maar zo’n jonge historie heeft in die eigen taal (sinds 1600) en steeds van buitenaf beïnvloed is geweest (Nederland handelsnatie) en nog steeds wordt, o.a. ook door globalisering van mensen en taal? Hoeveel engelse en franse woorden en uitdrukkingen gebruiken we al niet? Hoeveel marokkaanse, turkse en bijv. arubaanse woorden en uitdrukkingen zijn al vermengd in het van oorsprong toch al rijke amsterdamse dialect? Ik woon (toevallig) in Friesland waar het Fries een verplicht vak is in het basis onderwijs, en dan ook nog eens in een enclave waar het Nedersaksisch wordt gebezigd (ook een verplicht uurtje in het BO); alledrie de talen in ongeveer een gelijke verhouding van 30-30-30. Voor mijn werk gebruik ik dagelijks Engels en Duits. (Mijn geschreven Nederlands moet inderdaad welhaast onleesbaar zijn!)

    @ Huub
    Ik vind je stelling wel een beetje erg zwart/wit waar het gaat over vertaalcomputers. Ik geloof graag dat we minimaal de helft kunnen wegstrepen als zijnde onvoldoende, net als de meeste (spelling en grammatica) correctieprogramma’s. Dat neemt evenwel niet weg dat veel hulpmiddelen je wel goed van dienst kunnen zijn, zolang je ze duidelijk maar wel als hulpmiddel blijft zien. Je noemt terecht het concordant zijn van tekst waarin soms (denk bijv. aan de bijbel) veel moeilijke (plaats)namen in voorkomen. Als programmeur heb ik voor ons bijbelvertaalproject trouwens zelf een vertaalprogramma gemaakt en ik kan je verzekeren dat het gebruik heel veel tijdwinst heeft opgeleverd en vooral ook veel winst heeft geboekt in de vertaling van bepaalde strofes die door het hele boek met regelmaat terugkomen.

    @ Nicki, Huub
    Dat vertaalcomputers de dood zijn voor de intelligentie van vertalers, geloof ik niet. Waren vaatwasser en magnetron de dood voor de intelligentie van de kok in de keuken? Natuurlijk niet. Tijden veranderen en technieken veranderen zelfs met grote snelheid. Al met al blijft en blijkt de mens vaak de zwakste schakel.

    @ Allen
    Over het algemeen bespeur ik een negatieve klank in deze discussie over allerlei (ook reeds bestaande) hulpmiddelen. Het stenen tijdperk dat alleen monnikken een jarenlange strijd moesten leveren met de ganzenveer (hoe fraai het resultaat ook!) ligt toch echt ver achter ons. Dat door die nieuwe technische hulpmiddelen wel eens consessies – moeten – worden gedaan, lijkt me volstrekt duidelijk. Maar ondanks consessies blijkt toch ook vaak een meerwaarde ontstaan die we niet meer kwijt willen. De vroegere ‘loodzetter’ (tot zo’n veertig jaar geleden) kon het zich niet voorstellen dat ‘offset’ de zelfde kwaliteit kon leveren. Intussen is die offset alweer vervangen door digitale techniek en is (in verhouding) een dagelijkse krant mogelijk in full-color waarin het meest actuele nieuws soms nog geen uur oud is. Ik heb geen concrete cijfers maar heb al eens gelezen dat de helft van de nederlandse boektitels intussen ‘on-demand’ verschijnt. Ergo: je hoeft niet altijd voorop te lopen, maar blijf vooral ook niet hangen in al te oude methoden en technieken die overlopen van sentiment. Blijf alert en sta zeker open voor nieuwe hulpmiddelen want ze bestaan echt.

    @ Anna
    Nog even terugkomend op fysieke werkhouding e.d. Het maakt volgens mij principieel weinig tot geen verschil of je vertaalwerk met een computer doet of met pen/potlood en papier. Ieder werk verlangt of vereist zelfs een eigen werkomgeving. De ergonomie van stoel en werktafel is niet onbelangrijk. De lichtval van een venster of verkeerde lamp op het computerscherm kan het werken zelfs compleet onmogelijk maken. Creëer eerst een goede werkplek, kies – eventueel in overleg met de mensen waar je rekening mee moet houden – je mogelijke werktijden en neem net als een automobilist af en toe een kwartiertje echt rust, afleiding of ontspanning. Als je het ‘full-time’ dan nog niet vol kunt houden, kies dan lekker voor ‘half-time’. Voor een korte tijd werkt het misschien wel maar probeer vooral je eigen tempo niet met een speciaal dieet of met pilletjes en poeiertjes te verhogen. Daar geloof ik namelijk niet in.

    Reactie by Piet B. — 10 oktober 2010 @ 14.19 uur

  14. @ Piet:

    De link tussen jouw ‘een beetje normaal’ en mijn ‘slecht’ leg je zelf. Het ‘slecht’ heeft zoals vermeld betrekking op jouw voorbeeld van de katten en de honden. Het is mijn oordeel over die vertaling, en geen interpretatie van jouw woorden.

    Overigens spelen er in de rest van je commentaar naar mijn mening twee zaken door elkaar: bij het (uit haast, onkunde of wat dan ook) letterlijk vertalen van uitdrukkingen, zoals de katten en honden, zou ik van een slechte vertaling spreken.
    Het in de vertaling gebruiken van buitenlandse woorden of uitdrukkingen die in het Nederlandse taalgebruik zijn opgenomen kan die vertaling juist sterker maken. De keuze daarvoor hangt af van context en doelgroep.

    Reactie by Aleid van Eekelen — 11 oktober 2010 @ 9.37 uur

  15. @ Aleid
    Sorry, mijn fout. In een ‘face to face’ discussie kun je een pakketje foute zending of foute ontvangst even snel corrigeren, op een forum duurt dat iets langer. Met mijn ‘een beetje normaal’ doelde ik niet speciaal op de vertaling van het voorbeeld van de katten en honden maar op de algemene zin van vertalen. Als je dat een beetje normaal doet vindt de grote massa dat al goed, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een wetenschappelijk werk waar het vaak heel precies om de juiste woorden en leestekens gaat. Vandaar wellicht dat ik je opmerking – onterecht dus – niet sterk vond. Sorry, mijn fout.
    Maar we dwalen af van de ‘Automatische piloot’ van Anna.

    @ Anna, allen
    Ik wil nog een voorbeeld noemen om aan te geven dat we toch allert moeten blijven op de technische ontwikkelingen omdat die automatische piloot wel eens dichter bij zou kunnen zijn dan we denken. Hoelang is het geleden dat we een digitaal gemaakte foto alleen leuk genoeg vonden voor een kiekje van Jantje bij oma op schoot? Nog geen vijfentwintig jaar later is er bijna – zelfs – geen vakfotograaf meer te vinden die nog een rolletje laat ontwikkelen. Ook in dit voorbeeld ligt besloten dat dit – zeker in het begin – ook alles met consessies te maken heeft. De grote tijdwinst van de digitale camera t.o.v. het moeten ontwikkelen van een rolletje heeft er mede voor gezorgd dat de digitale camera al snel de camera met het rolletje heeft verdrongen. Ongetwijfeld gaat het m.i. met vertaalcomputers (of vertaalprogramma’s) niet anders. Hoe eenvoudig kun je momenteel al in Wikipedia onderwerpen bijeen zoeken en daar een bijna compleet opgemaakt boek in PDF van samenstellen?

    Reactie by Piet B. — 11 oktober 2010 @ 22.32 uur

  16. @ Piet
    Ja, oké, maar een béétje internetgebruiker heeft die Wiki-passage al snel opgegoogeld en daarmee dat bijna compleet opgemaakte knip-en-plakboek te kijk gezet als plagiaat. Want dat is momenteel ook heel makkelijk.

    Schrijvers en vertalers zullen altijd hun eigen brein moeten gebruiken, hoe geavanceerd de mogelijkheden ook worden.

    Heb je trouwens geen spellingcontrole (‘allert’, ‘consessies’) 😉 ? (sorry)

    Reactie by Gerda Baardman — 12 oktober 2010 @ 1.41 uur

  17. @ Gerda

    In het kader van de ‘automatische piloot’ heb ik het natuurlijk niet over plagiaat maar over de mogelijkheden die de huidige techniek ons nu reeds biedt. Deze mogeljkheden worden bijvoorbeeld ook benut bij een aantal boekuitgaven van het dagblad Trouw. Het project Schrijf! Dicht in de buurt, bestaat uit een aantal regiodichtbundels die bijna helemaal automatisch worden samengesteld en on-demand worden gedrukt uit verschillende ingezonden werken. Gelet op de commentaren op die uitgaven ontstaan daar nog best een aantal foutjes maar dat is een concessie die men in dit geval van de snel voortschrijdende techniek voorlopig op de koop toeneemt.

    Sorry voor de tikfouten. Dit overkomt me trouwens wel meer, vooral als ik tussen het schrijven in streektaal en het schrijven van een computerprogramma in even (te) snel reageer op een forum. Nee, dan gebruik ik gewoonlijk geen hulpmiddelen zoals o.a. een spellingscontrole maar doe dat op de ‘automatische piloot’. Het meertalig schrijven heeft veel voordelen maar kent ook een paar vervelende nadelen. Wellicht een leuk onderwerp voor een andere discussie.

    Reactie by Piet B. — 13 oktober 2010 @ 9.11 uur

  18. @ Piet:

    O ja, dat is waar ook, je schrijft in het Stellingwerfs! Dat vind ik zo interessant, een Nedersaksische streektaal midden in Fries gebied. Weet jij toevallig hoe dat zo gekomen is? Vast wel. Ik zou het heel graag willen weten.

    Reactie by Gerda Baardman — 13 oktober 2010 @ 16.03 uur

  19. @ Gerda

    Dank voor je belangstelling in het Nedersaksisch. Eerder maakte ik hier de opmerking dat je ‘face to face’ gemakkelijker miscommunicatie voorkomt dan via het schrijven op een forum. In een andere discussie las ik de opmerking dat lichaamstaal geen onbelangrijke rol speelt in communicatie.

    Jammergenoeg begrijp ik je vraag hier niet precies. Wat vind je interessant? (a) Dat ik in het Stellingwerfs schrijf of (b) dat er een Nedersaksische enclave in Friesland bestaat?
    Dat ik o.a. in het Stellingwerfs schrijf is ‘zo gekomen’. Daar kies je eigenlijk niet zozeer speciaal voor maar je hoort eens wat, je ziet eens wat en plotseling doe je zelf mee (eigenlijk net als met deze discussie).

    Out of topic maar mijn hart loopt hiervan over…
    Over het feit dat de ’terra Stellingwarf’ (momenteel) als enclave bij Fryslân hoort kan ik een avondvullend verhaal vertellen (en doe dat af en toe ook). Ik zal het hier en nu proberen kort te houden en neem je mee terug in de tijd, naar ongeveer het jaar 1000. Rond die tijd ontstaan hoe langer, hoe meer, nederzettingen langs de kustlijn van noord-Duitsland en heel Nederland als deltagebied van de grote rivieren. Het was in die tijd niet ongebruikelijk dat grootgrondbezitters door oorlog en geweld ook de grondstukken opeisten die nieuw werden buitgemaakt op het water (terpen, balken). Dit onderdrukken van bewoners is niet alleen bekend van oude beroemde en vaak ook beruchte geslachten maar ook het Romeinse Rijk en speciaal de kerk van Rome kon er wat van. Langs de hele kust van Denemarken tot Frankrijk ontstond een brede strook die voornamelijk door Friezen werd bewoond (de Friese Zeelanden). De rest van Nederland werd door de kerk van Rome opgesplitst in ‘stichten’. De terra Stellingwerf werd daarbij (incl. Drente) tot het Oversticht van het sticht Utrecht gerekend. Met grote regelmaat werden stukken land geruild door graven (graven van Gelre, graven van Holland, enz.), of kwamen door vererving in andere handen.

    De Stellingwervers wilden – eigenwijs als ze (nog steeds) zijn – nergens bijhoren en vormden de ‘Vrije natie Stellingwerf’, op een grongebied tussen het Friese en Drentse land. Net na 1500 hebben zowel de Friezen als de Stellingwervers hun vrijheid voorgoed verloren en werden onder gezag van Karel V gesteld. Hoewel de Stellingwerfse streektaal net als het Gronings, Drents, Twents, enz., tot het Nedersaksisch hoort, heeft het veel invloeden van het Fries meegekregen en vormt daardoor toch een speciaal eigen taaltje. In totaal zijn er in Nederland nog ongeveer anderhalf miljoen ‘platpraoters’. In Stellingwerf (de gemeenten Oost- en Weststellingwerf) zijn er nog ongeveer vijfhonderd mensen (eigen schatting) die de oude taal redelijk netjes kunnen schrijven. En dáárom schrijf ik naast het computer Engels, dagelijks in het Nederlands, het Fries en het Stellingwerfs.

    BTW: Ik zag dat Huub op deze site een nieuwe topic is gestart over computerhulp bij het vertalen…

    Reactie by Piet B. — 13 oktober 2010 @ 21.35 uur

  20. @ Piet:

    Fantastisch — dank je wel voor je fascinerende uiteenzetting!

    Reactie by Gerda Baardman — 13 oktober 2010 @ 23.31 uur

RSS feed for comments on this post. TrackBack URL

Leave a comment

*

Powered by WordPress