Boekvertalers Over het vak, de vertaler, de wereld en het boek

7 juni 2010

Het auteursrecht is dood, leve het mecenaat!

Filed under: Diversen — Tags: , — Richard Kwakkel @ 10.53 uur

Tijdens het World Congress on Information Technology 2010 in Amsterdam pleitte Maria Verhoeven, demissionair minister van Economische Zaken, voor een modernisering van het auteursrecht: ‘Sommige verdienmodellen en wetgeving zijn door internet verouderd.’ Guillaume de Lacoste Lareymondie doet er op nonfiction point fr nog een schepje bovenop: het auteursrecht is achterhaald, verouderd. Het is een fossiel uit de Renaissance dat in de Conventie van Bern* van 1886 werd geformaliseerd en dat nu door de moderne digitale verspreidingstechnieken onbruikbaar is geworden.

Een achterhaald concept
Het eigendom van ideeën staat los van de materiële vorm waarin die ideeën onder het publiek worden verspreid. Wie een boek koopt, koopt niet alleen een pak papier met wat inkt, maar ook het recht om de ideeën die erin zijn verwoord tot zich te nemen. Daarom vormt de tweedehandsboekenmarkt in feite ook een inbreuk op het auteursrecht. Immers, de koper van een tweedehandsboek wordt eigenaar van het materiële boek, het papier en de inkt, maar verschaft zich daarmee niet ook het recht kennis te nemen van de inhoud van het boek. Je mag met andere woorden wel een tweedehandsboek kopen, maar je mag het niet openslaan. Dat het eigendomsrecht is gekoppeld aan een idee en niet aan een ding, aan de creatieve prestatie van de maker en niet aan de vorm waarin die is gegoten, was lange tijd geen probleem, omdat ideeën nu eenmaal een materiële drager nodig hadden — een boek, of een cd, bijvoorbeeld. Maar tegenwoordig kunnen ideeën eindeloos digitaal worden verspreid, zonder ooit te materialiseren. Het auteursrecht is verouderd, schrijft Guillaume de Lacoste Lareymondie, omdat het niet is toegesneden op downloaden, dat in juridisch opzicht tussen de wal van de representatie en het schip van de reproductie valt.

Het nieuwe mecenaat
Gaius MaecenasLacoste Lareymondie vindt dat evenwel geen probleem. Schrijvers als Kant, Molière en Homerus moesten het immers ook zonder auteursrechten en ‑wetten stellen. Alleen de persoonlijkheidsrechten zijn echt van belang, omdat die de integriteit van het werk van de maker waarborgen. ‘Vermogensrechten hebben steeds minder zin naarmate de dematerialisering voortschrijdt. Het dient geen enkel doel ons er tegen elke prijs aan vast te klampen: het auteursrecht is een juridisch concept van recente datum, het heeft zijn tijd gehad, het is een gepasseerd station. De geest zal ook zonder het auteursrecht overleven.’ En wel met geld van advertentiebedrijven en pressiegroepen, het nieuwe mecenaat.

Pierre Assouline wil er op zijn blog in Le Monde niets van weten. Juist in een periode dat de ‘tirannie van de kosteloosheid’ overal terrein wint, wil hij vasthouden aan een beginsel dat zijn waarde door de jaren heeft bewezen, maar dat nu aan een revisie toe is. ‘Op voorwaarde dat het nieuwe model geen achteruitgang betekent en dat makers niet weer tot loonslaven worden gedegradeerd!’

*) In deze Conventie werd voor het eerst het auteursrecht grensoverschrijdend beschermd. Nederland trad in 1912 toe tot de Conventie, nadat onder andere de Vereeniging van Letterkundigen daarop had aangedrongen en er een nieuwe — de huidige — Auteurswet was aangenomen. Zie voor alles wat met auteursrecht te maken heeft ook de uitstekende website van de Stichting Auteursrechtbelangen.

5 Comments »

  1. En als aanvulling hierop: demissionair minister Hirsch Ballin van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft op 1 juni het conceptwetsvoorstel Auteurscontractenrecht openbaar gemaakt. Dat recht regelt de wijze waarop ‘een maker van een auteursrechtelijk beschermd werk exploitatiebevoegdheid verleent aan een derde (de exploitant)’. De regering wil makers (in ons geval boekvertalers) een betere positie geven in onderhandelingen met de exploitant (uitgevers). Door toenemende mediaconcentratie is een structurele economische ongelijkheid tussen makers en exploitanten ontstaan die heeft geleid tot eenzijdig opgestelde contracten die — vooral buiten de literaire sector — voorzien in een verregaande rechtenafdracht. We schreven daar eerder over.

    In het voorontwerp staan de volgende zaken centraal:

    De regering biedt het voorontwerp Auteurscontractenrecht tot en met 31 augustus 2010 ter consultatie aan en moedigt de ‘burger’ aan met een reactie een bijdrage te leveren aan een verbeterde regelgeving.

    Reactie by Richard Kwakkel — 8 juni 2010 @ 10.14 uur

  2. En op de dag van de Tweede Kamerverkiezingen nog maar een stem in deze dramatische monoloog over het auteursrecht: ik las vanochtend op zoek naar kiesargumenten van alles over auteursrecht bij de verschillende partijen en moest eigenlijk concluderen dat al die stoere taal over modernisering (lees: verkorting) van de duur van het auteursrecht vooral stoere taal is. GroenLinks is een voorbeeld in kwestie. De partij wilde aanvankelijk de termijn van het auteursrecht drastisch inperken, maar werd door een open brief van het Platform Makers op andere gedachten gebracht — hoewel de partij in haar verkiezingsprogramma nog altijd voor een verkorting van de duur van het exploitatierecht pleit, maar dan ‘in internationaal verband’. En daar zit de crux: een fundamentele hervorming van het auteursrecht lijkt door internationale verdragen — op korte termijn — geen haalbare kaart. Dat legde Bernt Hugenholtz uit, hoogleraar Informatierecht aan de UvA, deskundige op het gebied van de intellectuele eigendom en lid van de Commissie Auteursrecht, die de Minister van Justitie adviseert over auteursrechtelijke aangelegenheden, uit tijdens het Grote Downloaddebat op 27 mei in De Balie in Amsterdam. Overigens heeft de Vereniging van Letterkundigen een handig overzichtje van partijstandpunten op het gebied van auteursrecht, kunst en cultuur op haar website gezet.

    Ten eerste heeft Nederland de Berner Conventie voor de Bescherming van Werken van Letterkunde en Kunst ondertekend en is daarmee gebonden aan de termijn van vijftig jaar na overlijden van de maker die in artikel 7 wordt genoemd. Van recenter datum is het TRIPs-verdrag (Agreement on Trade Related Aspects of Intellectual Property Rights), een onderdeel van het WTO-akkoord van 1994 (de zogenaamde Uruguay-ronde) dat op wereldschaal harmonisering van de intellectuele eigendom beoogt en waarin Nederland nog eens expliciet de bepalingen van de Berner Conventie omarmt. Ten derde heeft Nederland in 1996 het Auteursrechtverdrag ondertekend van de World International Property Organization, een onderdeel van de VN. Het verdrag is een antwoord op de snelle ontwikkelingen in de informatietechnologie, die aanvullende bescherming van het auteursrecht nodig maakten. Ten slotte is Nederland op het gebied van het auteursrecht gebonden aan zeven Europese richtlijnen, waaronder 2006/116/EG, waarin — op aangeven van lidstaat Duitsland — ‘[m]et het oog op de invoering van een hoog beschermingsniveau dat tegemoet komt aan de eisen van de interne markt zowel als aan de behoefte aan een juridisch kader dat de harmonieuze ontwikkeling van de creativiteit in de Gemeenschap bevordert’ de duur van het auteursrecht wordt uitgebreid tot 70 jaar na overlijden van de maker.

    Bron: webwereld.

    Reactie by Richard Kwakkel — 9 juni 2010 @ 10.26 uur

  3. Hilarisch, die voortzetting nummer 2 van je artikel.

    Wat me vooralsnog niet helemaal duidelijk is, is wat ik me bij het mecenaat van pressiegroepen en advertentiebedrijven in concreto moet voorstellen. Kun je een voorbeeldje schetsen?

    Reactie by ine willems — 14 juni 2010 @ 16.37 uur

  4. Dag Richard,

    Dat voorlopige wetsvoorstel was mij helemaal ontgaan, wat een nieuws! Het gaat veel verder dan ik had verwacht, ik zal snel eens nader informeren want dit lijkt me een geval van Europees belang.

    Martin

    Reactie by Martin de Haan — 17 juni 2010 @ 22.26 uur

  5. @ Ine: De Lacoste Lareymondie schrijft dat het mecenaat het enige levensvatbare economische model is. Het mecenaat is het domein van de machtigen der aarde, dat is niet veranderd, alleen komt het geld nu ergens anders vandaan, en heet het vehikel van die macht nu brand placement of product placement. Je ziet dat volgens hem in de film, de muziekindustrie en bij videospelletjes. En de roman is nu dus ook aan de beurt. De maker wordt er volgens de schrijver van het stuk in dat model door een producent of een redacteur voor betaald de naam van een product te noemen. Hij legt het uit onder het kopje Comment rémunérer la création ?.

    Reactie by Richard Kwakkel — 21 juni 2010 @ 11.30 uur

RSS feed for comments on this post. TrackBack URL

Leave a comment

*

Powered by WordPress