Sprong ik al een gat in de lucht toen ik hoorde dat mijn boek Blankow in Duitsland uitgegeven zou worden, helemaal verguld was ik toen Waltraud Hüsmert het zou gaan vertalen. Ze had in 2004 de Martinus Nijhoffprijs gewonnen en ik beschouwde het als een hele eer. Als kersverse literair vertaler uit het Duits is het voor mij ook nog eens heel leerzaam om van zo nabij een meester in het vak aan het werk te zien.
Toen ik haar afgelopen november in Berlijn ontmoette, vertelde ze dat ze op 16 januari 2009 haar vierde vertaalprijs zou krijgen, de Else Otten Übersetzerpreis 2008. Het zal veel boekvertalers zijn ontgaan, want zelfs de kwaliteitskranten vonden het niet het vermelden waard, terwijl het toch geen obscure onderscheiding is, maar de tweejaarlijkse prijs voor de beste literaire vertaling van een Nederlands werk in het Duits. De longlist bestond dit keer uit 115 titels en 42 vertalers. Verder lezen Der Kummer van Waltraud Hüsmert


Vertalen is de meest intense vorm van close-reading die er bestaat. Albert Verwey zei het al: ‘Zoodra men het in vreemde taal geschrevene zoo indringend leest dat men niet laten kan het na te zeggen in de eigene, is er de vertaling.’ Bovendien steekt een vertaler van bijna elk boek dat hij vertaalt iets op. Soms maakt hij kennis met een nieuw aspect van zijn beroep of van de letteren in het algemeen, soms met heel andere dingen. Voor sommige boeken moet hij veel onderzoek doen: welk gereedschap gebruikte een leerlooier in Engeland in de veertiende eeuw, bestond dat elders ook en hoe heet het in het Nederlands? Hoe werd een bepaalde bewerking genoemd en hoe werd die uitgevoerd? Hoe werden tijdens de Chinese Culturele Revolutie de bijeenkomsten genoemd waarbij veroordeelde politieke gevangenen aan het volk werden getoond – bestond er in die periode in de Nederlandse pers consensus over een bepaalde Nederlandse term? Hoe wordt in de wijsbegeerte een bepaald begrip genoemd, welke van de gevonden termen is in deze context de juiste, en waarom? Ook een vertaler die zich niet specialiseert, stuit geregeld op teksten waarin dergelijke kwesties aan de orde komen.
We hebben het natuurlijk over Carmen Balcells*, literair agent van grootheden uit de Spaanstalige literatuur als Márquez, Vargas Llosa, Delibes, Cortázar en Sampedro. Dit keer jaagt ze eerbiedwaardige uitgevers de rillingen over de rug met haar besluit werken van ‘familieleden’ voor nog geen vijf euro als e-book op de site van elektronisch lezen 
Om een levendige boekcultuur in stand te houden en de uitwisseling van ideeën tussen staten en culturen te vergroten besloot
Elders in de Franse hoofdstad worden vrijwel gelijktijdig passages uit À la recherche du temps perdu van Marcel Proust voorgedragen. Het in luisterboeken gespecialiseerde Éditions Thélème gaf op 15 oktober 2006 een uit 111 cd’s bestaande
De woorden lachen me toe, lonken naar me. Ze staan in dik zwart op de bovenste pagina van het stapeltje papier dat ik zojuist heb afgedrukt. Het pdf’je van het nieuwe boek. Gloednieuw. Zelfs in het buitenland is het nog maar een pdf’je, nog niet eens een boek. Een pdf’je. Het klinkt zo schattig. Een nieuw boek om te vertalen!
Gebaren, houdingen, geluiden en bewegingen stellen vertalers soms voor grote problemen. Neem waggle. Geen van de vertalingen in de Van Dale Engels-Nederlands is bruikbaar in een zinnetje als She waggled her fingers. Je weet wat deze vrouw doet: ze beweegt haar vingers alsof ze zachtjes op een tafel trommelt, maar dan in de lucht. Je ziet het voor je, maar hoe zeg je dat in het Nederlands?
Hieronder vertellen Kitty Pouwels en Monique Eggermont over