Wij vertalers vallen vaak niet zo op. In stilte en bescheidenheid doen we ons werk, en we vinden dat vanzelfsprekend, want onze taak is een dienende: wij maken het werk van anderen toegankelijk in onze taal. Sommige lezers zien ons, andere zien ons niet. En van sommige auteurs krijg je medewerking en van andere niet. Maar er zijn auteurs die ons dankbaar zijn en die dat ook uit durven spreken. De Amerikaanse schrijfster Nina Sankovitch* is een van hen:
We owe thanks to the literary translators. Huge thanks. Through meticulous and exacting work, carried out in obscurity and often in utter anonymity, these magicians of language open the door to whole new book stacks of wonder; they gift us with new ways of experiencing an expanded world, and new avenues of sharing the human experience. Literary translators dismantle barriers of ignorance and allow us to enter at will into environments that are new in setting, landscape, and atmosphere, and yet familiar in the explored experiences of love, loyalty, duty, humor, deceit, betrayal, fear, despair, and resilience.
Dat is iets om trots op te zijn. Verder lezen Deuren

Het weeshuis van Franck Thilliez, vertaald door Richard Kwakkel en uitgegeven bij
Van 21 tot en met 29 april organiseren de
Het Teken. De lijkwade van Turijn en het mysterie van de opstanding door Thomas de Wesselow, vertaald door Huub Stegeman en uitgegeven bij
Boomerang, Wake up call voor de westerse wereld, door Michael Lewis, vertaald door Annoesjka Oostindiër en Meile Snijders, uitgegeven bij
Onlangs heb ik samen met Etienne van Heerden opgetreden voor masterstudenten in Utrecht, naar aanleiding van zijn boek 30 Nachten in Amsterdam. Etienne van Heerden vertelde bij deze gelegenheid over het schrijven van de roman, over zijn samenwerking met de Engelse vertaler en over zijn ambivalente houding ten opzichte van vertalingen: ‘Het is hetzelfde gevoel als wanneer je dochter met een vriendje thuiskomt. Afblijven, denk je, al weet je in je hart dat het onvermijdelijk is, dat het allemaal goed kan komen en dat het misschien een hele aardige jongen is.’
door Ignace Schretlen