Strips vertalen is voor boekvertalers een relatief onbekende tak van sport, die – zoals blijkt uit een een lezenswaardig artikel van Andreas Platthaus op de site van het Duitse Goethe-Institut – speciale eisen aan vertalers stelt.
Platthaus, redacteur van de boekenbijlage van de Frankfurter Allgemeine Zeitung, geeft inzicht in het vak (want dat is het), besteedt aandacht aan de marginale positie van stripvertalers en concludeert dat velen van hen uit liefde voor het medium de weg naar hun beroep hebben gevonden. Zijn stuk gaat weliswaar over de situatie in het Duitse taalgebied, maar is zonder meer herkenbaar voor Nederlandse boekvertalers.
Erikativ
Bijzonder interessant én vermakelijk zijn Platthaus’ korte portretten van enkele vooraanstaande Duitse stripvertalers, onder wie Erika Fuchs, bedenker van de Duitse namen voor Donald Duck en zijn familie, vrienden en kennissen. Fuchs ontving voor haar werk twee belangrijke literatuurprijzen, een eer die voor noch na haar een stripvertaler te beurt is gevallen.
Fuchs is ook de uitvinder van de naar haar vernoemde stijlfiguur Erikativ: ze breidde het voor strips typische gebruik van klanknabootsingen uit door handelingen die niet hoor- of zichtbaar zijn weer te geven met (de stam van) een werkwoord, zoals ‘denk, denk’ (bij een plaatje van een denkende stripfiguur). Andere stripvertalers zijn daar op voort gaan borduren en met bijvoorbeeld ‘knipper, knipper’ en ‘verheug, verheug’ gekomen.
Dergelijke vondsten geven blijk van de speciale creativiteit waar stripvertalers over moeten beschikken. Die moeten namelijk, vindt de Duitse mangavertaler Jürgen Seebeck, streven naar een vertaling die beter is dan het origineel. Stripvertalers genieten volgens Seebeck immers nog minder aanzien dan ‘gewone’ boekvertalers, omdat in hun genre de tekst ondergeschikt is aan het beeld.

Aan het woord is Riet de Jong-Goossens, vertaler van Zuid-Afrikaanse literatuur en winnaar van de Martinus Nijhoffprijs 2010. Zij is door de Radbouduniversiteit in Nijmegen uitgenodigd voor een seminar over het thema ‘Vertalen is verraden?’ Startpunt daarvoor is De Sneeuwslaper, het jongste boek van de auteur Marlene van Niekerk, die zelf ook aanwezig is. Na een literair-filosofische inleiding op het boek door Paul van Tongeren, hoogleraar Wijsgerige Ethiek, vertellen de schrijfster en haar vaste vertaler ons iets over hun samenwerking.
Het Franse parlement heeft dinsdagavond een
Vandaag, 11 februari 2011, bestaat de mailinglist
Het is al even geleden dat Hilary Mantels Wolf Hall in mijn Nederlandse vertaling op de markt kwam*. Aanvankelijk verschanste ik me voor de reacties die ongetwijfeld op de vertaling van een Booker Prize-winnaar zouden volgen; ik had namelijk een presentexemplaar doorgeploegd (iets wat ik nooit doe tenzij een tweede druk tot de reële mogelijkheden behoort), en de honderdduizenden imperfecties waren met een zoom van flitsende lichtpeertjes in alle primaire kleuren uit de tekst naar voren gesprongen. Om buikpijn van te krijgen. Om gek van te worden. Om te janken. Maar goed, wat gepubliceerd is, is gepubliceerd, luidde mijn even miserabele als grimmige conclusie. Ik mailde een paginalange waslijst ‘broodnodige’ en ‘intens wenselijke’ wijzigingen door naar de redactie voor die eventuele tweede druk (waarvan de mogelijkheid me ineens een stuk minder reëel voorkwam) en stortte me op een volgend project.
Vertalers die iets willen doen aan de opmerkelijk schamele aanwezigheid van hun beroepsgroep op
Behalve als vertaalster werk ik in deeltijd bij het Sociaal en Cultureel Planbureau. Het SCP laat zijn publicaties regelmatig in het Engels vertalen, wat al sinds ruim twintig jaar meestal gedaan wordt door de Engelsman Julian Ross. Op 4 november 2010 bezocht Julian het SCP en vertelde hij de medewerkers van het bureau over zijn ervaringen met vertalen in het algemeen en met vertalen voor het SCP in het bijzonder. Ik was natuurlijk heel nieuwsgierig en had me meteen voor deze bijeenkomst aangemeld. Julian had een boeiend, humoristisch verhaal, vol anekdotes en leerzame voorbeelden.
Timothy Snyder, Bloedlanden, vertaald door Patty Adelaar en Ton Heuvelmans, uitgegeven bij
Als je boeken vertaalt, kom je soms voor onverwachte beslissingen te staan. Het afgelopen jaar vertaalde ik (samen met collega’s) twee boeken waar ijskasten in voorkwamen. In het ene hebben we het woord ‘ijskast’ gebruikt en in het andere ‘koelkast’.