Aankondiging: Polyphemus en Galatea en andere gedichten uit de Spaanse Gouden Eeuw

Op 24 oktober 2013 om 19.00 uur (en niet, zoals eerder vermeld, 20.00 uur!) presenteert Erik Coenen in het Instituto Cervantes te Utrecht zijn onlangs verschenen vertaling Polyphemus en Galatea en andere gedichten uit de Spaanse Gouden Eeuw. Hij zal het vooral hebben over de aard van het titelgedicht en over de manier waarop hij daarmee als vertaler is omgegaan.

Een korte toelichting van Erik Coenen zelf:

Polifemo y Galatea van de Cordobees Luis de Góngora (1561-1627) geldt als het meest volmaakte narratieve gedicht uit de Spaanse literatuur. Elk van de 63 octaven is een zorgvuldig geslepen en gepolijste diamant, die een zorgvuldige manier van lezen vereist die je eerder met lyrische poëzie in verband brengt. Ik ben er dan ook jaren mee bezig geweest en bij de presentatie zal ik uitvoerig ingaan op de vertaalproblemen die het gedicht opwerpt.

Verder lezen Aankondiging: Polyphemus en Galatea en andere gedichten uit de Spaanse Gouden Eeuw

Boekvertalers uit de kast!

logo Boeken rond het paleisOp zondag 25 augustus komen op de boekenmarkt ‘Boeken rond het Paleis’ in Tilburg behalve veel boeken ook boekvertalers uit de kast. Belangstellenden kunnen met ons een praatje aanknopen over ons mooie vak of in discussie gaan: ‘Tegenwoordig hebben we toch Google translate, dan zijn er toch geen vertalers meer nodig? En bovendien lees ik liever het origineel.’

Bij onze kraam kan het publiek kennismaken met Katrien, die enkele van die misverstanden over het vak aan de kaak zal stellen, en meespelen met het roemruchte ‘electro’ en een vertalersganzenbord.

Verder kun je unieke boekenleggers scoren en met een donatie aan een goed alfabetiseringsdoel mag je (zolang de voorraad strekt) als tegenprestatie een vertaald boek meenemen. Verder lezen Boekvertalers uit de kast!

Letteren &cetera: Thomas Rosenboom en de Amerikaanse literatuur

Letteren &cetera is een maandelijkse literaire talkshow waarin Pieter Steinz, directeur van het Nederlands Letterenfonds, drie schrijvers en/of vertalers interviewt over hun recent verschenen boeken.
Tijd: 17.00-18.30.
Locatie: Spui25 in Amsterdam.

Op vrijdag 2 november zijn Thomas Rosenboom, Graa Boomsma en Guido Golüke te gast.

Guido Golüke
Met literair vertaler Guido Golüke gaat Pieter Steinz in gesprek over de Amerikaanse auteur John Cheever (1912-1982). Golüke (1949) werkt momenteel als Translator-in-residence op het NIAS in Wassenaar aan de vertaling van The Wapshot Chronicle; eerder dit jaar verscheen bij Van Gennep zijn herziene vertaling van Cheevers Bullet Park. In deze wrangkomische roman over een modelbestaan in een voorstad van New York fileert Cheever genadeloos de ideeën over fatsoen en moraal, en laat hij zien wat er onder de oppervlakte van de Amerikaanse droom borrelt.

Graa Boomsma
Graa Boomsma (1953) publiceerde verhalen, essays en romans, waaronder recent Achttien en Uit de school, een pleidooi voor beter onderwijs. In zijn nieuwe boek De Multatuli’s van Amerika. Democratisch denken in The Great American Novel (Nieuw Amsterdam) zoomt Boomsma in op de maatschappijkritiek in de romans van groten uit de moderne Amerikaanse literatuur, van Henry Thoreau en Herman Melville tot Susan Sontag, Jonathan Franzen en Dave Eggers. Een gesprek over het engagement van schrijvers versus de literatuur als reservaat.

Thomas Rosenboom
Thomas Rosenboom (1956) won tweemaal de Libris Literatuurprijs, in beide gevallen met een historische roman: in 1995 voor Gewassen vlees en in 2000 voor Publieke werken. Zijn nieuwe roman De rode loper, die daags voor het interview bij Querido verschijnt, haakt aan bij het heden. Hoofdpersoon Lou Baljon begint na een leven als roadie en opnametechnicus in een gekraakte garage een bioscoop. Opnieuw dreigt de tijd hem in te halen, maar dan krijgt hij een lumineus idee dat volmaakt past bij de moderne tijd: hij geeft het publiek de hoofdrol. Steinz praat met Rosenboom over de liefde voor het verleden en de hang naar het heden.

Letteren &cetera is gratis toegankelijk. Reserveren via de website van Spui25 is echter verplicht.

Iedereen kan vertalen?

door de Taskforce Jeroensdag

‘Wij schrijvers bedenken zinnen vanuit het niets, maar mijn vertalers moeten dat “gegeven”, dat subtiel van aard is of assonantie kent, culturele verwijzingen bevat of woordspelig is, in zijn delen ontleden en in een volstrekt andere taal weer in elkaar zetten, waarbij zo weinig mogelijk van het beoogde verloren mag gaan.’ (David Mitchell in Vrij Nederland, 24/07/’10, vert. Harm Damsma en Nick Miedema.)

Veel lezers, misschien wel de meeste, hebben daar geen idee van. Wij, vertalers, komen ze tegen op boekenbeurzen, manifestaties als Manuscripta, boekpresentaties, enz. Vertalen, hoezo? Moet dat? Hoe gaat dat? Dat is toch niet zo moeilijk! Daar heb je Google voor of andere vertaalprogramma’s. Toen CEATL (Europese Raad van Verenigingen van Vertalers) in het voorjaar voorstelde de feestdag van de patroon van de vertalers, St. Jeroen op 30 september, aan te grijpen om het vertalersvak onder de aandacht van het publiek te brengen, ontstond bij vertalers van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) het idee om bezoekers van boekhandels of bibliotheken op die dag even mee te nemen op het kronkelige, vaak moeilijk begaanbare pad van de boekvertaling. Hoe slaagt de vertaler erin niet alleen de letter maar vooral de geest van de schrijver en zijn kunstwerk te begrijpen en in de doeltaal om te zetten? Hoe zorgt hij ervoor dat de lezer ook in de
vertaalde versie gegrepen wordt door het literaire talent van de auteur en niet hoeft te struikelen over hotsebotsend taalgebruik?

Jeroensdag

Verder lezen Iedereen kan vertalen?

Boekvertalers op Manuscripta 2012

Op zondag 2 september staan boekvertalers net als voorgaande jaren weer met hun bakfiets op het buitenterrein van Manuscripta. Er zijn de hele dag vertalers aanwezig om over hun werk te vertellen. Kom langs bij onze partytent, speel het Vertalersspel en win een boekenbon!

Manuscripta, de jaarlijkse opening van het boekenseizoen, 1 & 2 september 2012, Westergasfabriek Amsterdam.


Grotere kaart weergeven

Oproep: koppoters in andere talen

Koppoterdoor Ignace Schretlen

Een koppoter is de eerste mensfiguur die kinderen tekenen. Dat gebeurt rond het derde levensjaar. De koppoter intrigeert en we zien dan ook dat vanaf deze fase veel ouders en wetenschappers in kindertekeningen geïnteresseerd raken. De sprong in de ontwikkeling is minder groot dan vaak wordt verondersteld: een koppoter bestaat uit onderdelen die tevoren los werden getekend: een cirkel, een paar streepjes en punten. Waar blijft de romp, is steevast de vraag? Het meest plausibele antwoord is al meer dan een halve eeuw geleden geopperd: het hoofd fungeert vermoedelijk ook als romp. We beleven nu eenmaal romp en hoofd als één geheel.

Ongeveer een kwart eeuw word ik al geboeid door koppoters en verzamel ik van alles rond dit boeiende thema. Koppoters komen niet alleen in kindertekeningen voor maar ook in klassieke, middeleeuwse, moderne en hedendaagse kunst, creatieve uitingen van mensen met een mentale handicap of psychiatrische aandoening, in rotskunst en primitieve culturen, in de wereld van reclame en design, in allerlei games, in strips, volksverhalen en literatuur, enzovoort. Koppoters kunnen symbool staan voor een ongecompliceerde, vrolijke wereld maar ook voor een lugubere, duistere wereld. Bij dat laatste kan worden gedacht aan Jheronimus Bosch en Pieter Bruegel de Oude; welke benaming toen werd gehanteerd voor menselijke gedrochten (grotesken) in de vorm van een koppoter is onbekend. Verder lezen Oproep: koppoters in andere talen

Lezing Etienne van Heerden met vertaler Martine Vosmaer

Op 22 februari 2012 geeft de Afrikaanse auteur Etienne van Heerden met Martine Vosmaer, een van zijn vertalers, een lezing in het kader van de Master Literair Vertalen i.o. Deze lezing, over het vertaal- en schrijfproces van zijn nieuwste boek 30 nachten in Amsterdam, wordt georganiseerd in samenwerking met het Nederlands Letterenfonds en zal plaatsvinden in Utrecht. Van Heerden is in februari writer in residence in Amsterdam.

Etienne van Heerden (Oost-Kaap, 1954) is een van de belangrijkste schrijvers van Zuid-Afrika. In het Nederlands verschenen onder andere zijn romans De betoverde berg, De stoetmeester, De witte aap, Het zwijgen van Mario Salviati en In de plaats van liefde. Van Heerden is hoogleraar aan de universiteit van Kaapstad.

Deze maand verscheen 30 nachten in Amsterdam, geschreven na een eerder verblijf (2007) in Amsterdam als writer in residence. Hij schreef voor de Volkskrant een essay over zijn verwarrende ervaringen. Later verwerkte hij die in een roman, waarin de fictieve hoofdpersoon Henk de Melker uit Zuid-Afrika ook in dat huis logeert. Verder lezen Lezing Etienne van Heerden met vertaler Martine Vosmaer

Boekverbranding ‘Het negerboek’

Op 31 maart publiceerden we een artikel van Ine Willems over haar vertaling van The Book of Negroes van Lawrence Hill. In een reactie op 14 juni laat ze weten dat ‘[z]e godbetert een boekverbranding van Het negerboek aan het plannen [zijn]’. Naar nu blijkt is Roy Groenberg van de stichting Eer en Herstel Slachtoffers van Slavernij in Suriname van plan het boek, of de titel, op 22 juni op het Nationaal Monument Slavernijverleden in het Amsterdamse Oosterpark ceremonieel te verbranden. De heer Groenberg heeft de Canadese schrijver van het boek op de hoogte gesteld van dat voornemen. Lawrence Hill gaf daarover al een verklaring uit.

Ailantus, de uitgever van de Nederlandse vertaling, licht in onderstaande verklaring de keuze voor de Nederlandse titel toe en geeft aan graag de dialoog aan te gaan met de heer Groenberg.

Nieuwslijn Suriname besteedde vanochtend in een uitzending op Radio Nederland Wereldomroep aandacht aan de kwestie. Het programma is tot en met 21 juni te beluisteren. Op de site van de omroep verschijnt in de loop van de dag een artikel met een interview en foto’s. Verder lezen Boekverbranding ‘Het negerboek’

‘Met andere woorden’ op Poetry International

De blogredactie heeft de onderstaande oproep ontvangen en geeft die graag door.

Poetry InternationalVertaal zelf wereldpoëzie en ontmoet de dichter!
Ieder jaar bezoeken zo’n twintig tot vijfentwintig dichters uit alle werelddelen Nederland voor het Poetry International Festival. Professionele poëzievertalers vertalen hun gedichten naar het Engels en het Nederlands, en leveren zo een belangrijke bijdrage aan het festival: zonder hen zouden de gedichten van de festivaldichters immers onbegrijpelijk zijn en zou het merendeel van de programma’s niet kunnen plaatsvinden.

Het vertalen van de gedichten van festivaldichters is echter niet alleen voorbehouden aan deze professionals, maar iedereen kan zich storten op het creatieve proces dat vertalen is. Via Met andere woorden maak je zelf vertalingen van de gedichten van festivaldichters, ontdek je welke dilemma’s vertalers tegenkomen en ga je daarover met de dichter en de festivalvertaler in gesprek. Het vormt een introductie op de praktijk van het vertalen én een mogelijkheid om op verfrissende wijze het werk van een dichter uit een ander land of werelddeel grondig te leren kennen. Kijk hier voor meer informatie!

Het 42e Poetry International Festival vindt plaats in de Rotterdamse Schouwburg van 14 t/m 19 juni 2011.

‘De vertaling moet beter zijn dan het origineel’: over het vertalen van strips

Strips vertalen is voor boekvertalers een relatief onbekende tak van sport, die – zoals blijkt uit een een lezenswaardig artikel van Andreas Platthaus op de site van het Duitse Goethe-Institut – speciale eisen aan vertalers stelt.

Platthaus, redacteur van de boekenbijlage van de Frankfurter Allgemeine Zeitung, geeft inzicht in het vak (want dat is het), besteedt aandacht aan de marginale positie van stripvertalers en concludeert dat velen van hen uit liefde voor het medium de weg naar hun beroep hebben gevonden. Zijn stuk gaat weliswaar over de situatie in het Duitse taalgebied, maar is zonder meer herkenbaar voor Nederlandse boekvertalers.

Erikativ
Bijzonder interessant én vermakelijk zijn Platthaus’ korte portretten van enkele vooraanstaande Duitse stripvertalers, onder wie Erika Fuchs, bedenker van de Duitse namen voor Donald Duck en zijn familie, vrienden en kennissen. Fuchs ontving voor haar werk twee belangrijke literatuurprijzen, een eer die voor noch na haar een stripvertaler te beurt is gevallen.

Fuchs is ook de uitvinder van de naar haar vernoemde stijlfiguur Erikativ: ze breidde het voor strips typische gebruik van klanknabootsingen uit door handelingen die niet hoor- of zichtbaar zijn weer te geven met (de stam van) een werkwoord, zoals ‘denk, denk’ (bij een plaatje van een denkende stripfiguur). Andere stripvertalers zijn daar op voort gaan borduren en met bijvoorbeeld ‘knipper, knipper’ en ‘verheug, verheug’ gekomen.

Dergelijke vondsten geven blijk van de speciale creativiteit waar stripvertalers over moeten beschikken. Die moeten namelijk, vindt de Duitse mangavertaler Jürgen Seebeck, streven naar een vertaling die beter is dan het origineel. Stripvertalers genieten volgens Seebeck immers nog minder aanzien dan ‘gewone’ boekvertalers, omdat in hun genre de tekst ondergeschikt is aan het beeld.