Schrijver en e-boekuitgever François Bon vertaalde Hemingways The Old Man and the Sea en bood de vertaling Le vieil homme et la mer als e-boek aan op zijn eigen site publie.net en via boekhandels.
Een rel was geboren.
Gallimard bezit de exclusieve rechten op de uitgave van oeuvres dérivées, vertalingen in het Frans, van het werk van Hemingway voor Frankrijk en gaf in 1954 de Franse vertaling van Jean Dutour uit. Gallimards algemeen secretaris Alban Cérisier legt uit dat de overeenkomst met de erven Hemingway geen andere uitweg bood dan Bon te verzoeken zijn vertaling uit de verkoop te halen. Bon leefde in de vooronderstelling dat het werk van Hemingway in Canada en de Verenigde Staten in het publieke domein was terechtgekomen en was zich van geen kwaad bewust. Hij klaagde zijn nood op zijn blog en kreeg op Twitter en elders op internet veel bijval, onder andere van vertaler Christophe Claro, die op Le Clavier Cannibale schande sprak van Gallimards optreden en de vertaling van ‘enorm leeghoofd’ (immense baudruche) Jean Dutour als ‘ouwelijk’ (vieillotte) naar de prullenmand verwees.* Bon heeft inmiddels gehoor gegeven aan het verzoek van Gallimard. Verder lezen Past het auteursrecht nog in het digitale tijdperk?


Het heeft even geduurd (vertalers moeten soms ook vertalen), maar hier is dan de derde en laatste aflevering in de miniserie Wikipedia voor vertalers. In de eerste twee afleveringen bespraken we al hoe vertalers zich nuttig kunnen maken door vertalersnamen toe te voegen in bestaande artikelen over buitenlandse auteurs en door zelf nieuwe artikelen over belangrijke buitenlandse auteurs op te zetten. De laatste stap voor vertalers die de smaak te pakken hebben en alle schroom hebben afgelegd, ligt dan voor de hand: het aanmaken van een artikel over hun eigen auteurschap of dat van een collega-vertaler.
Het is al even geleden dat Hilary Mantels Wolf Hall in mijn Nederlandse vertaling op de markt kwam*. Aanvankelijk verschanste ik me voor de reacties die ongetwijfeld op de vertaling van een Booker Prize-winnaar zouden volgen; ik had namelijk een presentexemplaar doorgeploegd (iets wat ik nooit doe tenzij een tweede druk tot de reële mogelijkheden behoort), en de honderdduizenden imperfecties waren met een zoom van flitsende lichtpeertjes in alle primaire kleuren uit de tekst naar voren gesprongen. Om buikpijn van te krijgen. Om gek van te worden. Om te janken. Maar goed, wat gepubliceerd is, is gepubliceerd, luidde mijn even miserabele als grimmige conclusie. Ik mailde een paginalange waslijst ‘broodnodige’ en ‘intens wenselijke’ wijzigingen door naar de redactie voor die eventuele tweede druk (waarvan de mogelijkheid me ineens een stuk minder reëel voorkwam) en stortte me op een volgend project.
Behalve als vertaalster werk ik in deeltijd bij het Sociaal en Cultureel Planbureau. Het SCP laat zijn publicaties regelmatig in het Engels vertalen, wat al sinds ruim twintig jaar meestal gedaan wordt door de Engelsman Julian Ross. Op 4 november 2010 bezocht Julian het SCP en vertelde hij de medewerkers van het bureau over zijn ervaringen met vertalen in het algemeen en met vertalen voor het SCP in het bijzonder. Ik was natuurlijk heel nieuwsgierig en had me meteen voor deze bijeenkomst aangemeld. Julian had een boeiend, humoristisch verhaal, vol anekdotes en leerzame voorbeelden.
Een van de twee jongerenromans waar ze in dit verband dieper op ingaat is het door mij vertaalde Paper Towns – Waar is Margo Roth Spiegelman? door John Green. Ze verbaast zich erover dat ik in