Boekvertalers Over het vak, de vertaler, de wereld en het boek

18 december 2014

Net uit: Persoonlijke geschiedenis

Filed under: Eigen werk — Tags: , — Richard Kwakkel @ 12.34 uur

Persoonlijke geschiedenis, van Katharine Graham, vertaald door Karin van Gerwen, Ed van Eeden en Richard Kwakkel en uitgegeven door Linda.boeken/Nijgh & Van Ditmar (oorspronkelijke titel Personal History).

GrahamK[cover]Katharine Meyer werd in juni 1917 geboren, ging naar school, bezocht Vassar College, studeerde in Chicago, versloeg als kersvers journaliste de vakbondsconflicten in San Francisco, begon bij The Washington Post nadat haar vader het zieltogende lokale sufferdje op een veiling had gekocht, trouwde met Phil Graham, werd na diens tragische zelfmoord de eigenaresse van de krant, publiceerde de Pentagon Papers, steunde Woodward en Bernstein tijdens Watergate, kende iedereen die ertoe deed in de Amerikaanse en de wereldpolitiek, ontwikkelde zich tot spin in het web van het politieke, maatschappelijke en artistieke leven in Washington, maakte van de Post een van de beste kranten in de Verenigde Staten en werkte een paar jaar aan haar eigen memoires, die ze in 1997 uitgaf en waarvoor ze een jaar later de Pulitzer Prize kreeg. Een veelbewogen leven in één zin. Zelf had ze er een paar meer nodig, maar ze vertelde dan ook niet zomaar het verhaal van een leven, legt ze uit tijdens een interview met Jim Lehrer:

‘It is because I told my story, but I told the story of the company and the paper and how it developed and what preceded me, and I talked about my parents and about my husband, Phil Graham, and so I felt that I told a whole lot of stories, although I call–it’s called “Personal History.” It’s really the history of a lot of other things.’

Het is niet alleen het verhaal van één vrouw, maar van een familie, een krant, een stad, een natie, de Amerikaanse politiek, in binnen- en buitenland, hoe die zich ontwikkelde, hoe de rol van de vrouw evolueerde. ‘Read all about it! Read all about it! Read all about it!’ roept Matthijs van Nieuwkerk niet voor niets aan het begin van zijn voorwoord bij de Nederlandse vertaling.

Ze stierf in 2001, vier jaar na de publicatie van Personal History. Haar zoon Donald bekleedt dan al geruime tijd de functie van uitgever bij de krant. Later komt ook haar kleindochter – en naamgenote – Katharine Weymouth als uitgever in dienst. Met haar vertrek, in september 2014, verlaat de laatste Graham-telg de burelen van The Washington Post, toen al eigendom van Jeff ‘Amazon’ Bezos.

Drie vertalers
Waarom laat een mens een boek door drie vertalers vertalen? Voor meermansvertalingen zijn allerlei goede en minder goede redenen te bedenken – en die worden ook bedacht. Sommige boekvertalers werken samen omdat twee nu eenmaal meer weten dan één en een vertaling er soms domweg beter van wordt als er twee paar ogen naar kijkt, door verschillend gekleurde brillen. Sommige boeken worden vertaald door teams van vertalers, omdat de uitgever uit vrees voor omzetverlies de vertaling in de schappen wil hebben liggen voordat de – niet zelden Engelse – brontekst uitkomt en zijn klanten die dan maar aanschaffen. (Bij brontalen als Hongaars, Fins, Oeigoers, Rapa Nui, maar bijvoorbeeld ook Frans is die vrees minder aanwezig.) Soms ook is een boek gewoon te dik om door één vertaler te kunnen worden vertaald. Dit is zo’n boek. Uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde boekvertaler 250.000 woorden per jaar vertaalt. De vertaling van Personal History zou die ene vertaler dan een kleine drie jaar hebben gekost. Want de kopij moet nog worden nagekeken, gecorrigeerd, in drukproeven worden verwerkt en in al die opeenvolgende boekproductiestadia nog een paar keer worden nagelezen. Door die ene vertaler, inderdaad. En dan kan een boek nog zo interessant zijn, in journalistiek opzicht nog zo belangrijk, er zijn grenzen aan wat een mens geestelijk aankan. Daarom is Personal History vertaald door drie vertalers.

Maar dan…
GrahamK[portret]Waar lopen drie vertalers tegenaan als ze een boek in drieën hakken en enthousiast aan het vertalen slaan? Consistentie, consistentie en consistentie. In een lijvig non-fictiewerk als dit wemelt het van de maatschappelijke en politieke organisaties en instellingen, wat doe je met hun namen? Overnemen? Sommige wel, sommige niet. Vertalen? Alweer: sommige wel, sommige niet. De Secretary of State wordt de minister van Buitenlandse Zaken, maar the Oval Office wordt geen Ovaal Kantoor. Hoe lossen we het probleem op van het Amerikaanse onderwijssysteem, dat nu eenmaal afwijkt van het onze? Hoe noemen we colleges en high schools? Is het Yale, Yale University, wat per slot van rekening de officiële eigennaam is, of de Universiteit van Yale, of toch maar de Yale-universiteit? Wat doen we met het juridisch systeem in de VS? En de officiële functienamen van de mensen die daar werken? Hoe vertalen we de judges, justices, associate justices, chief justices en Supreme Court justices? Hoe spreken de kinderen hun ouders aan? Tutoyeren of vousvoyeren ze die? Op jongere leeftijd zeggen ze ‘u’, later ‘je’ en ‘jij’. Oké, maar waar ligt het omslagpunt dan? Nemen we de gewoonte van de schrijfster over om moeder met een beginkapitaal te schrijven? Wat doen we met de enigszins gedragen stijl in de brieven van moeder aan dochter? En het register van hubby Phil in zijn brieven aan Katharine? Hoe brengen we met de soms licht ironiserende redeneertrant van de schrijfster over in het Nederlands? Is het ochtend of morgen? Of kunnen we dat probleemloos door elkaar gebruiken? Vragen, vragen, vragen…

Om zo’n klus tot en goed einde te kunnen brengen, moeten de vertalers voortdurend overleggen, met elkaar, met de persklaarmaker – die het hele boek overigens wel in zijn eentje heeft gedaan! – en de redactie. En soms ook met leden van het nageslacht van de schrijfster, als er onduidelijkheden in de tekst waren blijven zitten en bleek dat de Duitse vertaler en redactie in hun Wir drucken! kennelijk met hetzelfde probleem hadden geworsteld – het boek is behalve in het Duits, en nu dus in het Nederlands, alleen in het Thai verschenen.

Een boek ‘dat iedereen zou moeten lezen‘
Jildou van der Bijl van Linda Boeken legt nog eens goed uit waarom het in haar ogen goed was een Nederlandse vertaling uit te geven, ook al is het zeventien jaar na dato…

1 reactie »

  1. Wat een ambitieus boek om een uitgeefpoot mee te beginnen. Ik ben benieuwd!

    Reactie by Sylvie Hoyinck — 19 december 2014 @ 9.44 uur

RSS feed for comments on this post.

Leave a comment

*

Powered by WordPress