De koude kleren van de vertaler

zwetend-vertalenVertalen is de meest intense vorm van close-reading die er bestaat. Albert Verwey zei het al: ‘Zoodra men het in vreemde taal geschrevene zoo indringend leest dat men niet laten kan het na te zeggen in de eigene, is er de vertaling.’ Bovendien steekt een vertaler van bijna elk boek dat hij vertaalt iets op. Soms maakt hij kennis met een nieuw aspect van zijn beroep of van de letteren in het algemeen, soms met heel andere dingen. Voor sommige boeken moet hij veel onderzoek doen: welk gereedschap gebruikte een leerlooier in Engeland in de veertiende eeuw, bestond dat elders ook en hoe heet het in het Nederlands? Hoe werd een bepaalde bewerking genoemd en hoe werd die uitgevoerd? Hoe werden tijdens de Chinese Culturele Revolutie de bijeenkomsten genoemd waarbij veroordeelde politieke gevangenen aan het volk werden getoond – bestond er in die periode in de Nederlandse pers consensus over een bepaalde Nederlandse term? Hoe wordt in de wijsbegeerte een bepaald begrip genoemd, welke van de gevonden termen is in deze context de juiste, en waarom? Ook een vertaler die zich niet specialiseert, stuit geregeld op teksten waarin dergelijke kwesties aan de orde komen.

Slapeloze nachten
Het intense, aandachtige, studerende lezen kan het vertalen tot een heel verrijkende ervaring maken, maar soms ook tot een nachtmerrie. De vertaler moet zich verdiepen in de manier van denken, handelen, schrijven en spreken van de auteur en al diens personages. Het spreekt vanzelf dat dat hem niet altijd in de koude kleren gaat zitten. Niet alle personages gaan even zorgeloos door het leven. De een heeft gedachten over de mens en de samenleving die bij de vertaler een omslag in diens geestelijke ontwikkeling teweegbrengen. De ander doet en bedenkt dingen die zo verschrikkelijk zijn dat de vertaler er wekenlang slecht van slaapt. In sommige boeken worden misdaden gepleegd die alleen in zeer zieke geesten opkomen, of wordt de hoofdpersoon het slachtoffer van terreur of van regimes waarover de vertaler weliswaar in de krant had gelezen, maar waarvan de consequenties pas bij het vertalen van het boek in kwestie gedetailleerd en onontkoombaar tot hem doordringen. In zo’n geval kost het hem vaak veel moeite zich voldoende van de schokkende inhoud van de tekst te distantiëren om een goede vertaling te kunnen maken – want dat moet, hoe gruwelijk het verhaal ook is.

blije vertalerGelukkig komt het ook voor dat een boek de vertaler een inzicht biedt waardoor hij het leven ineens beter aankan, of dat een auteur zo geestig is dat de vertaler er wekenlang een goed humeur aan overhoudt. Hoe het ook zij, vertalen laat een mens niet onberoerd.

Download PDF

Tags:

  1. Ja, het gaat je inderdaad soms allemaal niet in je kouwe kleren zitten. De Chinese dissidente wier stembanden worden doorgesneden zodat ze tijdens zo’n bijeenkomst geen contrarevolutionaire leuzen meer kan roepen. De arts in Sierra Leone die in de politiek verzeild raakt, zich tegen het corrupte regime keert en wordt opgehangen na een schijnproces (later beschreven door zijn dochter, de Britse journaliste Aminatta Forna in `De duivel danste op het water’). En dat geluid van die leeuwen die iemand verscheuren in `Wat is de wat’ van Dave Eggers, vertaald door jou en Wim Scherpenisse, zal mij ook altijd bijblijven, terwijl ik als lezer nog diagonaal over gruwelijke stukjes heen kan lezen maar je dat als vertaler zoals je zegt niet kunt.
    Vertalen laat een mens inderdaad niet onberoerd, maar ik vind wel dat er een groot verschil bestaat tussen geëngageerd werk, al dan niet literair, en gruwelijke, sadistische fictie. Bij het eerste kun je tenminste nog het gevoel hebben dat je met je vertaling een nuttige, maatschappelijke bijdrage levert, maar de tweede categorie zou ik persoonlijk moeilijk uit mijn toetsenbord kunnen krijgen, misschien omdat ik me zou afvragen wat voor pseudo-psychopaten zulke boeken eigenlijk lezen. Hoe zien andere vertalers dit?
    Lidwien
    PS Op mijn bureau ligt een boekje uit 1928, gevonden op de rommelmarkt te Brussel, met de fraaie titel: “La grande misère des traductions littéraires”, geschreven door Léon Paschal. Ik heb het nog niet gelezen, maar zo nu en dan dwaalt mijn blik daar peinzend naar af.

  2. Hoe zien andere vertalers dat? Nou, ik heb eens een boek uit de categorie gruwelijke, sadistische fictie geweigerd omdat ik wist dat ik mezelf er niet toe zou kunnen brengen iets dergelijks te vertalen. Dat werd meteen mijn afscheid van de betreffende uitgeverij, maar ik zou het desondanks weer doen. Er zijn grenzen, en ik wil domweg niet meewerken aan het uitbrengen van dergelijke troep. Of ik een vertaling ook zou weigeren als ik er het maatschappelijk nut van inzag, weet ik niet, want dat is nooit aan de orde geweest. Zoiets hangt er denk ik ook van af hoe je in je vel zit op het moment dat je die beslissing moet nemen. Als je mentaal niet sterk staat, moet je denk ik terughoudend zijn met het aannemen van zulk werk, hoe maatschappelijk relevant ook.

  3. Helemaal waar wat je schrijft. Ik ben in diverse boeken aardig wat sadisme tegengekomen in de vorm van (historische) martelpraktijken en ik merk dat ik er steeds minder goed tegen kan. De laatste keer heb ik er zelfs echt nachtmerries van gekregen. Maar misschien geldt dat niet voor iedereen. Ik herinner me nog een interview met de vertalers van een literair-erotisch Japans werk, waarin de ulitieme liefdesverrukking werd verkregen door iemand levend te villen, hoofdstukkenlang en zeer gedetailleerd. De vraag van de journalist of de vertalers daar goed van hadden kunnen slapen, werd positief, zij het wat aarzelend beantwoord. Je moet je er overheen kunnen zetten, was hun mening, net zoals artsen en ambulance-personeel als ze iets gruwelijks tegenkomen. Een knop omdraaien als het ware. Die knop moet ik dan nog vinden, ben ik bang.

  4. O ja, dat herken ik beslist! Wéken heb ik wakker gelegen na de vertaling van een boek over Mars. Al die kometen en planeten en verdere steenbrokken die daar allemaal door het heelal suizen en de mogelijke gevolgen… Nachtmerries kreeg ik ervan!
    Zo’n knop waarmee je je gevoel kunt uitschakelen lijkt me voor intens sadistische boeken wel handig, maar als je als vertaler, dus kunstenaar, je gevoel moet gaan uitschakelen voor je werk,… ja, dan kun je zo’n boek inderdaad beter weigeren.

Antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*