In het kader van het programma Dialogen op de Turfmarkt organiseert Athenaeum-Polak & Van Gennep in samenwerking met Athenaeum Boekhandel en het Allard Pierson Museum op 24 mei, om 14.00 uur in het museum een tweegesprek met als onderwerp de antieke geschiedschrijving. Vertalers Gé de Vries en Wolther Kassies vertellen over hun recent uitgekomen werk en gaan er onder leiding van hoogleraar historische Nederlandse letterkunde Herman Beliën over in gesprek. De bijeenkomst is gratis, maar reserveren bij Athenaeum verplicht.
Lucianus
Gé de Vries vertaalde Lucianus’ Hoe word ik een goed historicus uit het oud-Grieks voor Atnenaeum-Polak & Van Gennep.
De naar eigen zeggen wereldberoemde sofist Lucianus ontsnapte aan een bestaan als beeldhouwer, ging naar school en trok later als reizend redenaar door het Romeinse Rijk, voor hij zich in Athene vestigde. In de ongeveer tachtig geschriften die hij de mensheid heeft nagelaten, drijft hij in een krachtige stijl niet alleen de spot met de Griekse mythologie, de onderwereld, kwakzalvers en pseudofilosofen, maar levert hij ook het voorwerk voor Goethes Tovenaarsleerling. Erasmus vond in hem een voorbeeld.
In Hoe word ik een goed historicus legt hij op geestige, maar niet mis te verstane wijze uit waaraan een goed historicus moet voldoen, en veegt hij ter illustratie van hoe het niet moet de vloer aan met eigentijdse collega-geschiedschrijvers. Hedendaagse historici vinden in hem een voorbeeld.
Polybius
Wolther Kassies vertaalde de boeken I tot en met V van Polybius’ De Historiën uit het oud-Grieks en bracht ze voor Athenaeum-Polak & Van Gennep onder in twee delen.
Polybius bekleedde als militair en politicus aanzienlijke functies in Megalopolis en trad toe tot de Achaeïsche Bond, die een ietwat zwalkende koers ten opzichte van de toenmalige grootmachten voer. Hij was een van de duizend ongelukkige Achaeërs die na de Macedonische nederlaag bij Pydna door de Bond als gijzelaars naar Rome werden gestuurd, waar hij evenwel al snel werd opgenomen in de kring invloedrijke, intellectuele vrienden van Scipio – in wiens geestdriftige gezelschap hij overigens alsnog een groot bewonderaar van het Imperium Romanum werd. Hij begeleidde de Romeinse strateeg op diens veldtochten en was getuige van de verwoesting van Carthago, Korinthe en Numantia. Hij vatte de geschiedenis van de Romeinse wereld samen in veertig boeken, waarvan er vijf voor het nageslacht bewaard zijn gebleven.
—-
Met dank aan Marga Blankestijn voor het signaleren.
Ik vind dit erg educatief. Hier hou ik persoonlijk wel van, en waar ik persoonlijk nog meer van hou, is die lieve schat van een marleen.
Reactie by Mike — 18 februari 2008 @ 15.57 uur