Boekvertalers aan het woord (2): Jeannet Dekker

Jeannet Dekker (1969) studeerde Vertaalwetenschap in Amsterdam met de talen Duits en Engels. Ze vertaalt bijna uitsluitend Engels, vooral romans, maar af en toe ook wat non-fictie.

Hoe ben je ertoe gekomen boeken te gaan vertalen?
Ik ben er echt ingerold: ik deed na mijn studie Vertaalwetenschap alleen zakelijke vertalingen, maar omdat ik dat toch niet bijster boeiend vond, heb ik een briefje naar Harlequin gestuurd, die toen net Bouquet-vertalers zochten. Dat leek me een mooie manier om aan het vak te wennen. Korte tijd later, toen ik net aan mijn eerste boekje bezig was, had een kennis van een kennis, die zelf boeken vertaalde, geen tijd voor twee klussen en gaf mijn naam aan die uitgevers door. Die hebben me toen na een geslaagde proefvertaling allebei een boek aangeboden, en ik heb sindsdien nooit meer iets anders gedaan. Het zakelijke vertalen was toen snel afgelopen.

Hoe lang vertaal je al?
Bijna elf jaar boeken; iets langer als je ook zakelijke vertalingen meerekent.

Wat was het eerste boek dat je vertaalde?
Een Bouquetje, Runaway Wedding, dat onder de titel Weggelopen bruid in de schappen terechtkwam.

Het huis in de 20ste eeuwWat vind je het mooiste boek dat je ooit hebt vertaald?
Ik heb niet echt een mooiste boek, maar was wel een tikje ontroerd door het einde van The Time Traveler’s Wife van Audrey Niffenegger. Vanuit een louter esthetisch oogpunt is Het huis in de twintigste eeuw van Richard Weston het mooist, al was het maar vanwege de schitterende foto’s.

Als wat voor soort vertaler beschouw je jezelf?
Pff, moeilijke vraag! Ik ben niet zo heel erg bezig met de vraag ‘hoe vertaal ik?’, maar dat ligt vooral aan de genres die ik doe. Naast non-fictie zijn dat nogal veel echte ‘vrouwenboeken’, en daarin is het vooral belangrijk dat de lezeres er helemaal in meegaat. Het moet vooral soepel lezen, dus ik geef veel aandacht aan lekker lopende constructies, vlotte dialogen, enzovoort. Waarmee ik trouwens niet wil zeggen dat ik het simpeler maak dan het is.

De quiltclubNoem eens een vertaaloplossing waar je trots op bent?
Ik zou het eerlijk gezegd niet weten! Echt moeilijke literatuur vol taalkundige hindernissen doe ik niet, dus het valt qua moeilijkheid vaak wel mee. Soms moet ik lang speuren naar bepaalde termen, maar dankzij internet is ook dat allemaal een stuk gemakkelijker geworden. Ik doe soms wel aan ‘method translating’: voor een serie waarin veel gequilt wordt (ik zei het al, vrouwenboeken) heb ik echt met naald, draad en een stukje stof zitten experimenteren om te zien wat er nu in vredesnaam werd bedoeld.

En een mislukking of frustratie?
Die betreffen meer de dingen om het vertalen heen: krappe deadlines, niet voltooide manuscripten waarmee je moet werken, nagekomen wijzigingen die pas aankomen wanneer de drukproef al klaar is.

Wat onderscheidt volgens jou een goede vertaler van een slechte?
Een goede vertaler laat je vergeten dat je een vertaling leest, een slechte zorgt ervoor dat je tijdens het lezen voortdurend zit te reconstrueren wat er in het origineel heeft gestaan.

Lees je zelf ook vertalingen?
Ja, want helaas beheers ik alleen het Engels en het Duits. Jammer genoeg ontbreekt het me vaak aan de tijd om puur voor mijn ontspanning te lezen.

Naar wie kijk je op als vertaler?
Ik vind de Harry Potter-vertalingen van Wiebe Buddingh’ geweldig. Van iemand die een woord als ‘zwerkbal’ bedenkt, ben ik meteen fan. Zijn vertalingen vind ik juist door die af en toe wat Tom Poes-achtige verzinsels vaak beter dan het origineel.

Hoe kijk je aan tegen je relatie met uitgevers, persklaarmakers en redacteuren?
Met veel redacteuren is het altijd gezellig babbelen, die zou ik niet kunnen missen. Sommige persklaarmakers drijven me wel eens tot waanzin, maar van de meeste steek ik altijd wel wat op, en ik ben dolblij dat ze er zijn om me voor beschamende fouten te behoeden.

Wat zou je graag veranderd zien?
Het tarief mag natuurlijk omhoog, maar dat is voor mij niet eens het belangrijkste: met ‘consumptieproza’ kun je nog best een leuke boterham verdienen, mede omdat het tempo hoger kan liggen en veel boeken goed verkopen en nog beter uitlenen. Ik zou vooral graag willen dat ik uit ‘echte’ boeken in plaats van uit ‘uncorrected proofs’ kan vertalen, zodat ik me niet langer hoef af te vragen of iets een tikfout of dichterlijke vrijheid is.

KlasgenotenWat vind je het moeilijkst aan vertalen?
Dat een tekst nooit echt af is. Je kunt eraan blijven schaven, en als je vijf jaar later je eigen werk weer zou lezen, zou je waarschijnlijk van alles willen veranderen. Wanneer ik mijn boek inlever, denk ik wel ‘het is af’ en ga ik weer vrolijk verder aan het volgende, maar ik denk ook altijd: het kan beter, als ik meer tijd zou hebben… Maar dat zou ik waarschijnlijk ook denken als ik jaren aan een boek zou kunnen werken. Wat ik ook erg vervelend vind, is dat je altijd wel ergens een foutje maakt. Niemand is perfect, dat klopt, maar vertalers lijken al helemaal nooit een misstap te mogen maken. Terwijl we toch ook maar mensen zijn.

Jeannet Dekker vertaalde o.a. De quiltclub van Jennifer Chiaverini, De vrouw van de tijdreiziger van Audrey Niffenegger, Dochter van de nomaden van Waris Dirie (i.s.m. Marie-Christine Ruijs), Handboek voor slechte moeders van Kate Long, De uitzonderlijke belevenissen van Lola Galley van Kit Whitfield, en Klasgenoten van Emily Barr.

Download PDF

Tags:

  1. ‘Terwijl we ook maar mensen zijn.’ Die houden we erin! En wat een prachtinterview – heel menselijk!
    Dat gevoel van dat je tekst nooit af is, herken ik ook heel erg. Soms raak ik gefrustreerd van mezelf omdat ik een vertaling vertaald vind klinken, of begin ik zwaar te twijfelen aan een constructie, waardoor ik soms suffe grammaticale fouten maak als gevolg van het blindstaren. Gelukkig komt het ook vaak genoeg voor dat ik uitermate tevreden ben over het eindproduct en dan is het extra leuk als je van je opdrachtgever een compliment krijgt. Net het echte leven, ons beroep: geen toppen zonder dalen! ;o)

  2. Voor zover ik kon nagaan heeft Jeannet Dekker ook vertaald Sheila Fields: De bestemming.
    Mijn moeder las dit in de groteletter uitvoering.
    Saillant detail.
    OP pag. 174 wordt het Davidslied weergegeven: “De Heer is mijn herder”. Ik weet niet of het een overnamefout is of dat de door Jeannet geraadpleegde bron een fout had, maar de regel “‘k Zal nimmer verkeren, in het huis mijnes Heren”
    moet toch echt zijn: “‘k zal IMMER verkeren..”
    Waarschijnlijk dus geen vertaalfout maar een overname – of bronfout.
    Maar wel een kwetsbare.

  3. Beste mevrouw Dekker,

    Ik geniet van de boeken van Jennifer Chiaverini (Quiltclubdelen) maar nu heb ik gehoord dat de uitgever (Arena) niet verder meer wil met het vertalen van haar boeken. Er zijn er inmiddels al veel meer dan de 5 die nu beschikbaar zijn in het Nederlands.
    Ik heb ook al een briefje naar de uitgever geschreven, maar een antwoord krijg ik niet… Wat is de reden van het niet meer vertalen?
    Met vriendelijke groet,
    T. van Grootheest, Vorden.

  4. Beste T. van Grootheest,

    Ik vermoed dat er van de latere delen te weinig werd verkocht, en dat kan de reden zijn geweest om met het uitgeven van de reeks op te houden. Ik vind het zelf ook jammer; ik weet dat er veel liefhebbers zijn en had daarom ook graag de overige delen onder mijn hoede genomen.

  5. Heb je meer vertalingen gedaan van Emily Barr? Ik heb het boek Plan B van haar gelezen en ik heb er van genoten.

  6. Beste Marja.

    Dat is leuk om te horen! Goed nieuws; er zijn nog meer titels van Emily vertaald (niet allemaal door mij), zoals Backpack, Bagage, Klasgenoten, Cuba Libre, Bedrieglijk en Back on track.

Antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*